Doelgroep aanspreken: tips voor het gebruik van taalniveaus in klantcommunicatie

Taalniveaus zijn ingedeeld van makkelijk naar moeilijk: A1, A2, B1, B2, C1 en C2.

1000
Taalniveau klantcommunicatie

In Nederland en de rest van Europa is de moeilijkheidsgraad van taal ingedeeld in zes categorieën, namelijk A1, A2, B1, B2, C1 en C2. Hoe verder dit oploopt, hoe meer vakjargon er gebruikt wordt en hoe lastiger de teksten over het algemeen te begrijpen zijn.

Als ondernemer is het slim om je hiervan bewust te zijn. Op die manier kun je je klantcommunicatie beter afstemmen op het taalniveau van de doelgroep. Denk bijvoorbeeld aan het schrijven van aansprekende teksten op je website of webshop.

We vertellen je meer over de verschillende taalniveaus en geven je tips hoe je deze slim kan inzetten om je doelgroep effectiever aan te spreken.

Welke taalniveaus zijn er en wat betekenen ze?

Taalniveaus zijn bepaald om in ieder Europees land het niveau van een taal te kunnen vergelijken. Ga je bijvoorbeeld een cursus Nederlands, Engels of Spaans doen, dan kun je dit doen op een bepaald niveau. De taal die je op dat niveau hebt zegt iets over in hoeverre je de taal beheerst qua schrijven, spreken, lezen en algemene begripsvorming.

De verschillende taalniveaus kun je als volgt onderverdelen:

  • A1 – Heel eenvoudig
  • A2 – Eenvoudig
  • B1 – Versimpeld
  • B2 – Normaal
  • C1 – Moeilijk
  • C2 – Heel moeilijk
Taalniveau doelgroep afstemmen

Niveau in moedertaal

Taalniveaus spelen niet alleen een rol bij het leren van een buitenlandse taal, want ook in je moedertaal kun je het taalniveau opkrikken. B2 is het normale taalniveau dat door de meesten in Nederland begrepen en gesproken wordt. Met niveau C1 en C2 ga je meer richting academisch Nederlands en vakjargon.

Welk niveau van taal heeft je doelgroep?

Om communicatie zo goed mogelijk op je doelgroep af te stemmen is het belangrijk dat je dezelfde taal spreekt qua moeilijkheidsgraad. Hierbij houd je tevens rekening met de voorkennis die je doelgroep heeft over je product of dienst. Een aantal voorbeelden:

  • Je brengt een consumentenproduct op de markt dat gebruikmaakt van nieuwe technologieën. Je wilt dit nieuwe product onder de aandacht brengen, maar de doelgroep kent dit product nog niet. Het is hierbij belangrijk dat je op een simpele en begrijpelijke manier aan de doelgroep uitlegt wat dit betekent. Hierbij zou taalniveau B1 een goede keuze zijn.
  • Je verkoopt standaard consumentenproducten, zoals kleding of accessoires. Hierbij kies je al snel voor B2, het standaard niveau.
  • Je bent actief op de business-to-business markt en je doelgroep heeft inhoudelijke kennis van je product of dienst. Je kunt hierbij spreken in vakjargon en maakt gebruik van taalniveau C1.

Bovengenoemde zijn natuurlijk richtlijnen en je kunt je doelgroep niet in hokjes plaatsen. Wel is het een goede basis om het communicatieniveau op af te stemmen.

Zelf onderzoek doen naar niveaus

Wil je verder onderzoek doen naar het taalniveau van je doelgroep? Ga dan met ze in gesprek! Hierbij kun je bijvoorbeeld A/B-testen uitvoeren en een aantal testpersonen verschillende teksten laten lezen en hierbij de kracht van de tekst meten. Vraag bijvoorbeeld in hoeverre de tekst aantrekkelijk en begrijpelijk is. Dit kan ook middels mondelinge communicatie of filmpjes.

Ook kun je hen een aantal woorden voorleggen die je graag zou gebruiken in je communicatie. Vraag hen betekenis toe te kennen aan deze woorden en laat ze een beoordeling geven over het gebruik van deze woorden. Vraag feedback over wat wel en niet goed is aan de tekst/communicatie en vraag ook om alternatieven.

Taalniveau vakjargon

Websiteteksten afstemmen op niveau

Als je persoonlijk contact hebt met de klant, dan zou je in het geval van onbegrip direct toelichting kunnen geven. Als een klant op je website belandt dan is dat lastiger en moet je dus zorgen dat je website goed afgestemd is op de taalkennis van je doelgroep. Zowel ‘te simpel’ als ‘te moeilijk’ taalgebruik kan ervoor zorgen dat bezoekers wegklikken.

B1 taalniveau is zoals gezegd het ‘normale’ taalniveau, waarbij je ervan uit kan gaan dat het grootste deel van je bezoekers de teksten zal begrijpen. Kenmerken van taalniveau B1 websiteteksten:

  • Duidelijke titel en tussenkoppen.
  • Actieve schrijfstijl met relatief korte zinnen.
  • Eenvoudige woorden, indien je vakjargon gebruikt/niet-vanzelfsprekende woorden, leg het woord dan kort en krachtig uit.
  • Gebruik voorbeelden waar nodig.

Twijfel je toch nog of deze schrijfstijl bij je product of dienst en doelgroep past? Dan kun je een communicatiebureau inschakelen voor hulp. Ook zou je zelf op je website A/B-testen kunnen uitvoeren. Hierbij zet je twee webpagina’s op met hetzelfde doel, maar met andere tekst. Je kunt nu testen welke pagina het beste converteert. Succes!

Vorig artikelVerbeter je computer skills met deze online Microsoft cursussen
Volgend artikelReview verzamelen tips: zo vergroot je de betrouwbaarheid van je webshop!